Groothertogdom Oldenburg
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het groothertogdom Oldenburg (Duits: Großherzogtum Oldenburg) was een Duitse staat die bestond van 1814 tot 1918. Het behoorde achtereenvolgens tot de Duitse Bond, de Noord-Duitse Bond en het Duitse Keizerrijk. Het land werd geregeerd door het huis Oldenburg, een jongere zijtak van het huis Holstein-Gottorp. De hoofdstad en het hof waren gevestigd in Oldenburg.
Großherzogtum Oldenburg | |||||
---|---|---|---|---|---|
Lid van de Duitse Bond (1815–1866) Lid van de Noord-Duitse Bond (1867–1871) Staat in het Duitse Keizerrijk (1871–1918) | |||||
| |||||
Symbolen | |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Oldenburg | ||||
Oppervlakte | 6.422 km²[1] | ||||
Bevolking | 217.769 (1818) 262.171 (1837) 341.525 (1885) 483.042 (1910)[1] | ||||
Talen | Duits | ||||
Religie | 75-77% luthers 22-25% rooms-katholiek 0,4% joods | ||||
Kenteken | O I, O II, O III | ||||
Politieke gegevens | |||||
Regeringsvorm | Monarchie | ||||
Staatshoofd | Groothertog | ||||
Dynastie | Huis Oldenburg | ||||
Bondsdag | 1 collectieve stem[2] | ||||
Bondsraad | 1 stem | ||||
Rijksdag | 3 afgevaardigden | ||||
|
Het groothertogdom bestond uit drie van elkaar gescheiden landsdelen. De kern van het land was het hertogdom Oldenburg, gelegen aan de Noordzee en de benedenloop van de Wezer. Aan de Oostzee, in het oostelijke deel van Holstein, lag het veel kleinere vorstendom Lübeck met Eutin als hoofdstad. Het vorstendom Birkenfeld, het kleinste landsdeel, lag ongeveer 500 kilometer ten zuiden van Oldenburg in het Rijnland.
Tijdens de napoleontische oorlogen werd Oldenburg door Frankrijk bezet en geannexeerd. Na de nederlaag van Napoleon keerde de hertog terug naar zijn gebieden. Op het Congres van Wenen in 1815 werd Oldenburg tot groothertogdom verheven en uitgebreid met het vorstendom Birkenfeld. De groothertogen regeerden hun land als verlichte despoten, tot het land als gevolg van de revoluties van 1848 in 1849 een grondwet kreeg. Tijdens de Oostenrijks-Pruisische Oorlog in 1866 koos Oldenburg de zijde van Pruisen en in 1867 trad het land toe tot de Noord-Duitse Bond. Oldenburg werd in 1871 een van de deelstaten van het Duitse Keizerrijk. In de Novemberrevolutie van 1918, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, moest de groothertog aftreden en werd Oldenburg een Vrijstaat.