Geschiedenis van de spoorwegen in Duitsland
spoorweggeschiedenis / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De eerste spoorweg in Duitsland waar locomotieven gebruikt werden voor het vervoeren van personen was de Ludwigseisenbahn. Deze werd in gebruik genomen op 7 december 1835. Deze spoorlijn had al de, tot op heden gebruikte, spoorwegbreedte van 1435 mm (normaalspoor). Op 11 juni 1836 werden voor het eerst goederen vervoerd en voorlopig bleef het bij deze ene keer. Twee vaten bier werden getransporteerd in een wagon derde klasse. In de herfst van 1839 kwam, door het ombouwen van twee personenwagons, het reguliere goederenvervoer op gang.[1] De bouw van spoorlijnen werd eerst uitgevoerd door particuliere ondernemers, zogenaamde Privatbahnen, maar al snel ook door de overheid, de zogenaamde Staatsbahnen.
Na de Reichsgründung (grondlegging van het Rijk) in 1871 exploiteerden de afzonderlijke deelstaten van het Duitse Rijk een reeks van staatsbanen als Länderbahn in eigen beheer. De talrijke, in deze periode gebouwde, particuliere spoorlijnen waren voornamelijk bestemd voor het lokale verkeer. Na de Eerste Wereldoorlog werden de Länderbahnen binnen de Weimarrepubliek in 1920 eerst als Deutsche Reichseisenbahnen ondergebracht bij het Rijk en uiteindelijk samengevoegd met de in 1924 opgerichte Deutsche Reichsbahn-Gesellschaft, die vervolgens het grootste deel van het spoorwegverkeer in Duitsland exploiteerde.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ontstonden er, als gevolg van de Duitse deling, twee spoorwegstaatsbedrijven: de Deutsche Bundesbahn in de Bondsrepubliek Duitsland en de Deutsche Reichsbahn in de Duitse Democratische Republiek. Na de Duitse hereniging in 1990 werden beide staatsbedrijven door de Bahnreform (wettelijke herstructurering) in 1994 samengevoegd tot de Deutsche Bahn AG, kregen particuliere spoorwegbedrijven toegang tot het landelijk spoornet en werd de exploitatie van het regionale spoorwegverkeer aan de deelstaten overgedragen.