Volksvergaderingen (Rome)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Romeinse Vergaderingen waren instellingen in het oude Rome. Zij fungeerden als de machinerie van de Romeinse wetgevende macht, en keurden dus (theoretisch althans) alle wetgeving goed. Aangezien de vergaderingen werkten op basis van een directe democratie, brachten gewone burgers, en geen gekozen vertegenwoordigers, alle stemmingen uit. De volksvertegenwoordigingen werden sterk gecontroleerd door de uitvoerende macht en door de Romeinse Senaat. Wetten werden aangenomen (en magistraten gekozen) door Curia (in de Curiate Assembly), Stammen (in de Tribal Assembly), en eeuw (in de Centuriate Assembly).
Toen de stad Rome werd gesticht (traditioneel gedateerd op 753 v. Chr.), werden zowel een senaat als een vergadering, de Curiate Assembly, in het leven geroepen. De Curievergadering was de belangrijkste wetgevende vergadering in het tijdperk van het Romeinse Koninkrijk. Hoewel haar voornaamste doel het kiezen van nieuwe koningen was, bezat zij ook rudimentaire wetgevende bevoegdheden. Kort na de stichting van de Romeinse Republiek (traditioneel gedateerd op 509 v. Chr.) verschoof de belangrijkste wetgevende bevoegdheid naar twee nieuwe vergaderingen, de Stamvergadering ("Citizen's Assembly") en de Centuriate Assembly.
Onder het keizerrijk werden de bevoegdheden die de volksvertegenwoordigingen hadden, overgedragen aan de senaat. Hoewel de vergaderingen uiteindelijk hun laatste schijn van politieke macht verloren, bleven de burgers er bijeenkomen voor organisatorische doeleinden. Uiteindelijk werden de vergaderingen echter verlaten.