Veemgericht
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een veemgericht (ook veemgerecht komt vaak voor; veem is Nedersaksisch voor “straf”) was een Westfaalse rechtbank die de hoge jurisdictie bezat (dus doodvonnissen kon uitspreken in strafzaken) en die haar rechtsmacht direct aan het keizerlijke gezag ontleende. De zittingen waren (soms) besloten, zodat men ook wel van het 'heimelijke' gerecht sprak.[1] In de zestiende eeuw hadden de veemgerichten hun betekenis verloren. In later eeuwen gebruikt men de term veemgericht vooral voor geheime 'rechtbanken' die gericht zijn op het elimineren van onwelgevallige tegenstanders.[2]