Sobibór (vernietigingskamp)
vernietigingskamp / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Sobibór was een vernietigingskamp in het Generaal-gouvernement (tegenwoordig Oost-Polen), dat gevestigd was nabij het dorp Sobibór (in het huidige Poolse Woiwodschap Lublin). Het kamp, gebouwd en gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog, stond onder gezag van nazi-Duitsland. Het bestond van april 1942 tot november 1943. Er zijn ten minste 170.165[1] personen naar Sobibor gedeporteerd, van wie er 169.800 in het kamp werden vermoord, voornamelijk Joden, maar ook Roma en niet-Joodse Polen. Andere bronnen spreken van 150.000 tot 250.000 doden.[2] Er werden ten minste 34.295 Nederlandse Joden vermoord.[1]
Vernietigingskamp Sobibór | ||
---|---|---|
Ingebruikname | 1942 | |
Gesloten | 1943 | |
Locatie | Sobibór | |
Verantwoordelijk land | Nazi-Duitsland | |
Coördinaten | 51° 27′ NB, 23° 36′ OL | |
Beheerder | SS | |
Gevangenen | 170.165[1] | |
Dodental | 169.800[1] | |
Foto genomen vanuit een wachttoren van Sobibór, met gevangenen en bewakers |
In tegenstelling tot Auschwitz, Majdanek en Treblinka bestond Sobibor niet uit een verzameling nevenkampen. Het enige doel was de gevangenen na aankomst in Sobibor zo snel mogelijk te vermoorden. De meesten die er aankwamen, stierven nog dezelfde dag. Degenen die de eerste schifting overleefden, werden tewerkgesteld in voornamelijk het Sonderkommando of in nabijgelegen werkkampen zoals kamp Dorohucza. Uiteindelijk wachtte ook hen de dood.