Raad van Volksvertegenwoordigers (Duitsland)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Raad van Volksvertegenwoordigers (Duits: Rat der Volksbeauftragten) was van 10 november 1918 tot 13 februari 1919 de overgangsregering van Duitsland, die de transitie van het Duitse Keizerrijk naar de Weimarrepubliek vorm gaf. De Raad van Volksvertegenwoordigers werd tijdens de Novemberrevolutie gevormd uit drie leden van de Sociaaldemocratische Meerderheidspartij van Duitsland (MSPD) en drie leden van de Onafhankelijke Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (USPD).
De Raad oefende nagenoeg de bevoegdheden uit die volgens de Grondwet (van de Noord-Duitse Bond en het Duitse Keizerrijk 1867-1918) voor de keizer en de rijkskanselier waren bedoeld. De volksvertegenwoordigers controleerden de staatssecretarissen van de Rijksoverheid, waarvan de meerderheid in functie bleef. De Raad was een collectief orgaan waarin alle zes leden nominaal gelijkwaardig waren. Maar in feite oefende MSPD-leider Friedrich Ebert de functie van voorzitter uit.
De volksvertegenwoordigers maakten een einde aan de Eerste Wereldoorlog door de wapenstilstand van 11 november 1918 en voerden het vrouwenkiesrecht en het beginsel van evenredige vertegenwoordiging in. Uit protest tegen het gewelddadige optreden van de regeringstroepen tegen de Volksmarine Divisie tijdens de kerstgevechten traden de leden van de USPD op 29 december 1918 uit de Raad uit. Ze werden vervangen door twee leden van de MSPD. De Raad noemde zichzelf vanaf dat moment een Rijksregering.
De verkiezingen voor een constituerende Nationale Vergadering (verfassungsgebende deutsche Nationalversammlung) die door de Raad werden uitgeschreven, vonden plaats op 19 januari 1919. De bedoeling ervan was om een democratisch gelegitimeerde regering voor Duitsland te vormen. De Nationale Vergadering van Weimar verkoos op 11 februari 1919 Friedrich Ebert tot Rijkspresident. Deze laatste benoemde op zijn beurt Philipp Scheidemann als nieuwe regeringsleider. Het kabinet van Scheidemann, waarin leden van de MSPD, Centrumpartij en DDP zitting hadden, verving op 13 februari als nieuwe Rijksregering de Raad van Volksvertegenwoordigers.