Hoge Orde van de Onafhankelijkheid
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Hoge Orde van de Onafhankelijkheid, in het Arabisch: "Wisam an-Nahada" genoemd, werd in 1917 door Koning of "Emir" Hoessein ibn Ali van de Hedjaz gesticht. De orde werd na 1925 door Koning Abdoellah I van Transjordanië van zijn oudere broer 'Hoessein ibn Ali overgenomen en is daarmee de oudste van de Jordaanse ridderorden. In 1925 werd de naam van de orde voorzien van het prefix "Hoge".
De aanleiding tot het stichten van een orde was de opstand van de Arabische stammen na eeuwenlang bestuur van het Arabische schiereiland door de Turkse sultans.
De orde kreeg de gebruikelijke vijf graden en wordt voor burgerlijke en militaire verdienste toegekend. De eerste graad, Grootlint, wordt ook met een met briljanten ingezette ster verleend en dan "Mourassa al Wisam an-Nahada" genoemd. Men verleende de orde tot 1925 vooral voor verdiensten in de onafhankelijkheidsstrijd maar na 1925 werd de orde een onderscheiding voor burgerlijke en militaire verdienste.
De graden van de orde
- Grootlint met briljanten.
De Grootlinten dragen het lint van de orde over hun rechterschouder en het kleinood op hun linkerheup. Op de linkerborst dragen zij een ster. Deze graad is voor staatshoofden gereserveerd.
De Grootlinten dragen het lint van de orde over hun rechterschouder en het kleinood op hun linkerheup. Op de linkerborst dragen zij een ster.
De Grootofficieren dragen een kleinood 45 millimeter doorsnede aan een lint om de hals. Op de linkerborst dragen zij een ster.
De Commandeurs dragen hetzelfde kleinood aan een lint om de hals.
- Lid der Vierde Klasse
Zij dragen hetzelfde kleinood aan een smal lint op de linkerborst.
Aan de orde is een zilveren medaille verbonden.