Het Belgrado-offensief of de Belgrado Strategische Operatie (Servisch: Београдска операција/Beogradska Operacija; Russisch: Белградская стратегическая наступательная операция/Belgradskaya strategicheskaya nastupatel'naya operatsiya) was een militaire operatie tijdens de Tweede Wereldoorlog in Joegoslavië waarin Belgrado werd bevrijd van de Duitse bezetting door de gezamenlijke inspanningen van het Sovjet Rode Leger, Joegoslavische partizanen en het Bulgaarse leger. Sovjettroepen en lokale milities lanceerden afzonderlijke maar niet-gecoördineerde operaties die de Duitse controle over Belgrado ondermijnden en de Duitsers uiteindelijk gedwongen waren zich terug te trekken. De krijgsplanning werd gelijkelijk gecoördineerd onder de bevelvoerders, en de operatie werd grotendeels mogelijk gemaakt door tactische samenwerking tussen Josip Broz Tito en Jozef Stalin die begon in september 1944. Door deze krijgsvoorzieningen konden Bulgaarse troepen operaties uitvoeren op Joegoslavisch grondgebied, wat tactisch succes bevorderde terwijl de diplomatieke wrijving toenam.
Snelle feiten Onderdeel van Oostfront, Tweede Wereldoorlog, Datum ...
De belangrijkste doelstellingen van het Belgrado-offensief waren het beëindigen van de Duitse bezetting van Servië, het veroveren van Belgrado als strategische punt op de Balkan en het doorsnijden van de Duitse communicatielijnen tussen Griekenland en Hongarije. De speerpunt van het offensief was het Sovjet 3e Oekraïense Front in coördinatie met het Joegoslavische 1e Legerkorps. Gelijktijdige operaties in het zuiden betroffen het Bulgaarse 2e leger en het Joegoslavische 13e Legerkorps, en de inval van het 2e Oekraïense Front noordwaarts vanaf de Joegoslavisch-Bulgaarse grens legde extra druk op het Duitse commando. Er vonden ook schermutselingen plaats tussen Bulgaarse troepen en Duitse troepen in Macedonië, die daarmee de meest zuidelijke gevechtsoperaties van deze campagne omvatten.