Atlantisch Handvest
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Atlantisch Handvest (engels: Atlantic Charter) was een strategisch belangrijke diplomatieke verklaring uit 1941 van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika, vertegenwoordigd door respectievelijk eerste minister Winston Churchill en president Franklin Delano Roosevelt, met een gemeenschappeijke visie op de grondbeginselen van een internationale orde na de Tweede Wereldoorlog en een op te richten internationale organisatie voor bewaking van de globale vrede en veiligheid. De hierin vastgehouden beginselen hebben tot op heden wereldwijd werking.
De verklaring kwam tot stand op de Conferentie van Placentia Bay, een meerdaagse geheime ontmoeting die plaatsvond op het Britse slagschip Prince of Wales en de Amerikaanse militaire kruiser, de USS Augusta. Deze lagen voor anker in Placentia Bay, wateren die tot het Britse Dominion Newfoundland behoorden, vlak bij de toen nieuw gestichte marinebasis Argentia op het eiland Newfoundland, nu behorend tot Canada.
Aanleiding was de dreiging die beide landen zagen in een mogelijke overheersing van grotere delen van de wereld door de hitleriaanse regering van Duitsland.[1] De Verenigde Staten waren op dat moment nog niet staat van oorlog. Het was de eerste keer dat beide leiders elkaar persoonlijk ontmoetten.[2]
Tijdens deze ontmoeting werden meerdere onderwerpen besproken, waaronder ondersteuning van de Verenigde Staten aan Engeland, de verhouding tegenover Japan en de productie en levering van munitie.[3] De delegaties bestonden onder andere uit hoge officieren van de land- zee- en luchtmacht van beide landen, onder meer admiraal Ernest J. King, U.S. Navy; admiraal Harold R. Stark, U.S. Navy; generaal George C. Marshall, U.S. Army; generaal Sir John Dill, British Army; luchtmaarschalk Wilfrid Freeman, Royal Air Force en admiraal Sir Dudley Pound, Royal Navy. Verder onder andere de diplomaten Harry Hopkins, William Averell Harriman en Sir Alexander Cardogan.[4]