Albrecht VII van Schwarzburg-Rudolstadt
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Albert VII van Schwarzburg-Rudolstadt (Sondershausen, 16 januari 1537 - Rudolstadt, 10 april 1605) is de stamvader van het huis Schwarzburg-Rudolstadt.
Albert VII | ||
---|---|---|
1537-1605 | ||
Graaf van Schwarzburg-Rudolstadt | ||
Periode | 1574-1605 | |
Voorganger | -- | |
Opvolger | Karel Günther | |
Vader | Gunther XL van Schwarzburg-Blankenburg | |
Moeder | Elisabeth van Isenburg |
Als zoon van Günther XL van Schwarzburg en Elisabeth van Isenburg kwam hij na de dood van vader in 1552 samen met zijn oudere broers Günther XLI, (1529-1583) Johan Gunther I (1532-1586) en Willem (1534-1597) aan de macht in het Graafschap Schwarzburg. In 1599 deelden de beide overgebleven broers het gebied, zodat Albert met Rudolstadt, Bad Blankenburg, Schwarzburg, Paulinzelle, Leutenberg, Ehrenstein, Ilm, Könitz, Seeberg, Frankenhausen, Arnsburg, Straußberg, Kelbra, Herringen en Schlotheim het graafschap Schwarzburg-Rudolstadt ontving en Johan Gunther met het Schwarzburg-Arnstadt de rest.
Hij was sinds 14 juni 1575 gehuwd met Juliana van Nassau, dochter van Willem de Rijke en jongere zuster van Willem van Oranje. Haar zuster Catharina was de echtgenote van zijn broer Gunther XLI. Uit het huwelijk van Albert met Juliana werden tien kinderen geboren, onder wie de latere graven Karel Günther en Lodewijk Günther I.