Abbé Faria (De Graaf van Monte Cristo)
personage uit De Graaf van Monte Cristo / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Abbé Faria is een personage in de roman De Graaf van Monte Cristo (1844) van Alexandre Dumas.
Faria is geboren te Rome en is in zijn jonge jaren twintig jaar secretaris geweest van kardinaal Rospigliosi. Faria is een voormalig partijhoofd uit Italië. Faria is in 1811 te Piombino gearresteerd en heeft geen idee waarom hij in Château d'If zit. Hij zit in cachot nummer 27. Volgens de gevangenisdirecteur is Faria in 1813 krankzinnig geworden, want Faria biedt herhaaldelijk miljoenen aan voor zijn vrijlating.
Faria graaft al sinds 1811 een ondergrondse gang om te ontsnappen. Op een goede dag hoort Edmond Dantès dat er in de muur wordt gerommeld. Voor Dantès reden om weer fit te worden. Faria ontmoet Dantès doordat hij een fout in zijn berekening heeft gemaakt. In plaats van de buitenplaats, zit Faria nu in cachot nummer 34, het cachot van Dantès. Faria en Dantès sluiten vriendschap. Faria laat Dantès zien wat hij allemaal heeft gemaakt in zijn cel. Dit varieert van werktuigen tot inkt en kaarsen. Faria blijkt een kunstig man te zijn en bijzonder intelligent.